Home

Gevoeligheidsbepaling

Kleurcodes bij gevoeligheidsbepaling

(Overmatig) gebruik van antibiotica leidt zowel in de humane als in de diergeneeskunde tot een stijging van resistentie van allerhande bacteriën tegenover deze producten. Omdat antibioticaresistentie in de diergeneeskunde ook kan leiden tot behandelingsproblemen bij de mens, wordt in verschillende Europese landen het antibioticagebruik in de veehouderij kritisch bekeken. In België werd in dit kader het AMCRA (Center of Expertise on Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals) opgericht in 2012. AMCRA fungeert als kenniscentrum voor antibioticagebruik en -resistentie bij dieren en formuleert adviezen met als doelstelling te komen tot een rationele reductie van het gebruik van antibiotica in de diergeneeskunde.
Eén van de realisaties van AMCRA is het opdelen van de antibiotica naargelang hun graad van (kritische) belang voor de humane en de diergeneeskunde. Hiervoor werden de actieve substanties voorzien van een kleur- en bijhorende lettercode, namelijk geel (code A), oranje (code B) en rood (code C).

Uw dierenarts is de uitgelezen persoon om u te adviseren welk product voor welke aandoening de voorkeur verkiest.

Hieronder vindt u de aanbeveling per kleurcode (overgenomen uit Formularium voor verantwoord gebruik van antibacteriële middelen. Laatste versie: april 2018. AMCRA vzw, www.amcra.be).

  •  Dit zijn antibacteriële middelen die mogen ingezet worden voor curatieve of metafylactische behandeling. Deze antibacteriële middelen mogen door de dierenarts, in overeenstemming met de huidige wettelijke bepalingen hierover, verschaft of voorgeschreven worden aan de veehouder. De diagnose wordt bij voorkeur ondersteund door aanvullend laboratoriumonderzoek en antibacteriële gevoeligheidsbepaling van de pathogene kiem, tenzij recente bedrijfsresultaten (max. 1 jaar oud) beschikbaar zijn die aangeven dat het gekozen antibacterieel middel de meest optimale therapeutische keuze is voor de betreffende indicatie of aandoening.
     
  •  Dit zijn antibacteriële middelen die mogen ingezet worden voor curatieve of metafylactische behandeling. Daarnaast mogen deze antibacteriële middelen door de dierenarts in overeenstemming met de huidige wettelijke bepalingen hierover, verschaft of voorgeschreven worden aan de veehouder, op voorwaarde dat aanvullend laboratoriumonderzoek de diagnose ondersteunt en bij voorkeur ook een antibacteriële gevoeligheidstest van de pathogene kiem wordt aangelegd. Dit tenzij recente bedrijfsresultaten (max. 1 jaar oud) beschikbaar zijn die aangeven dat gele middelen niet werkzaam zijn bij de betreffende indicatie of aandoening, en dat het gekozen antibacterieel middel de meest optimale therapeutische keuze is.
     
  •  Dit zijn antibacteriële middelen die enkel mogen ingezet worden voor curatieve of metafylactische behandeling indien aanvullend laboratoriumonderzoek de diagnose ondersteunt én indien antibacteriële gevoeligheidsbepaling van de pathogene kiem aangeeft dat gele en oranje middelen niet werkzaam zijn bij de betreffende indicatie of aandoening, of indien recente bedrijfsresultaten (max. 1 jaar oud) aangeven dat dit het geval is, en dat het gekozen antibacterieel middel de meest optimale therapeutische keuze is. Ze kunnen niet verschaft worden aan de veehouder in het kader van de bedrijfsbegeleiding en mogen dus niet aanwezig zijn in de voorraad van 2 maanden. Ze mogen wel voorgeschreven of verschaft worden voor het verderzetten van een reeds ingezette behandeling, en dit voor maximum 5 dagen.

    De antibacteriële middelen met een rode kleurcode omvatten de quinolones en de systemisch actieve 3de - 4de generatie cephalosporines. Deze behoren tot de kritisch belangrijkste klassen van antibacteriële middelen voor de volksgezondheid.

​Klik hier voor een voorbeeld rapport.

De gebruiksvoorwaarden gekoppeld aan de kleur- en lettercodes worden op vereenvoudigde manier weergegeven in onderstaande tabel:

(1) Staal genomen voor aanvang van therapie.

(2) Indien aanvullend laboratoriumonderzoek en/of antibacteriële gevoeligheidstest onmogelijk of niet onmiddellijk voorhanden zijn,
moet men de ‘goede therapeutische keuze’ van de antibacteriële behandeling kunnen aantonen, gebaseerd op hetzij wetenschappelijke literatuurgegevens, hetzij historische gegevens, ten hoogste één jaar oud, betreffende resultaten van aanvullend laboratoriumonderzoek en/of antibacteriële gevoeligheidstesten, hetzij op klinische resultaten. Voorwaarde voor aanwending van de ‘goede therapeutische keuze’ is wel dat er geen gele of oranje middelen ontegensprekelijk werkzaam zijn.

De antibacteriële middelen met een gele (A) en oranje (B) kleurcode werden als eerste, tweede of derde keuze geklasseerd voor de betreffende aandoeningen/pathogenen, gebaseerd op wetenschappelijke bronnen. De antibacteriële middelen met een rode (C) kleurcode, nl. de quinolones en derde/vierde generatie cefalosporines, werden enkel als derde keuze geklasseerd, mede vanwege het belang van deze middelen als ‘last resort’ in de humane geneeskunde.