Home

Wat zijn de krachtlijnen van de nieuwe IBR-wetgeving in 2023?

Met het nieuw KB IBR neemt de rundveesector een volgende horde binnen het stappenplan om IBR volledig uit te roeien en zo het statuut IBR-VRIJ te behalen voor België. Meer over dit nieuwe KB lees je ook in ons nieuwsbericht Nieuw koninklijk besluit verscherpt de strijd tegen Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis. De wetgeving gaat 10 dagen na publicatiedatum van kracht, dit is 3 maart 2023. Niet alle maatregelen zijn echter onmiddellijk van toepassing.

De belangrijkste aspecten van het nieuw KB IBR

  1. De algemene uiterlijke datum voor het verwijderen van IBR-dragers is vastgelegd op 31 oktober 2023. Enkel bedrijven met (recente) insleep en een plan van aanpak in samenspraak met de verenigingen DGZ/ARSIA krijgen een periode van 4 jaar om alle IBR-dragers te verwijderen. De komende weken brengt DGZ elke veehouder die nog IBR-dragers op het bedrijf heeft persoonlijk op de hoogte van de wettelijke termijnen.
  2. De handel van I2-runderen is verboden, tenzij het gaat om een rechtstreekse afvoer naar het slachthuis of een afmestbeslag/vleeskalverenbedrijf. Voor de handel van runderen van een IBR gE Neg statuut (I3) naar IBR-VRIJ zijn er aanvullende vereisten. Hierover later meer.
  3. De statuten “IBR-besmet” (I2), “IBR gE negatief” (I3) en “IBR-VRIJ” (I4) met de voorwaarden voor behalen en behoud van een statuut staan nu volledig in de aangepaste wetgeving, in overeenstemming met de Europese Dierengezondheidswet (‘Animal Health Law’).
  4. Handelaarstallen krijgen op termijn ook een IBR-statuut, waarbij een in de toekomst verbeterde tracering er moet toe leiden dat runderen in de handel niet meer kunnen worden besmet.
  5. Een duidelijkere definitie van isolatie (“quarantaine”) gekoppeld met enkele aanpassingen in de aankoopprocedure wanneer IBR-dragers worden opgespoord. Hierover later meer.
  6. Striktere voorwaarden voor weidebeloop op besmette bedrijven en aanvullende maatregelen bij haarden.
  7. Aanpassing van de voorwaarden bij de deelname aan prijskampen. Hierover later meer.

De nieuwe wetgeving voorziet ook vereisten voor de ‘niet-conventionele rundveebedrijven’ (handelstallen, afmestbeslagen en de vleeskalverhouderij). De concrete stappen hiervoor worden in een latere fase geïmplementeerd gezien deze bedrijven volgens het stappenplan de tijd hebben tot april 2026, maar zal grotendeels automatisch verlopen.

Waakzaamheid en bioveiligheid zijn troef

Midden februari 2023 hebben niet minder dan 98,6% van de (conventionele) rundveebeslagen in België reeds het statuut IBR-VRIJ (I4) of IBR gE negatief (I3). Voor deze bedrijven zonder IBR verandert er met het nieuwe KB niet zoveel. Het komt er voor hen vooral op aan om uiterst waakzaam te blijven om insleep te voorkomen, want daar schuilt op dit moment het grootste gevaar. De nieuwe wetgeving staat de vrije bedrijven hierin bij met de nadruk op bioveiligheid.
Voor het beperkte aantal besmette bedrijven (I2-statuut) komt er nu duidelijkheid over de uiterlijke termijn voor de afvoer van IBR-dragers, en de uiterlijke termijnen voor het behalen van het statuut IBR gE negatief en IBR-VRIJ. DGZ communiceert de komende periode gericht naar de betrokken veehouders en hun bedrijfsdierenartsen over welke acties er nog te nemen zijn (screening, weidebeloop, termijnen verwijderen IBR-dragers) zodat duidelijk wordt welke actie verwacht wordt van de resterende besmette bedrijven.

Naar aanleiding van het verschijnen van de nieuwe IBR-wetgeving houden we jou de komende weken verder op de hoogte van de volgende stappen van het IBR-bestrijdingsprogramma. Hou onze nieuwsbrieven en website in de gaten.

Lees meer: Persbericht FOD: Nieuw koninklijk besluit verscherpt de strijd tegen Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis